(HuisartsVandaag) Twente is een van de regio’s in Nederland met de oudste huisartsen met een eigen praktijk. Bijna één op de tien huisartsen zou op basis van leeftijd dit jaar met pensioen gaan. Maar lang niet iedereen doet dat, omdat er een schrijnend gebrek aan opvolgers is, zo bericht het Algemeen Dagblad.
Er zijn huisartsen die gewoon blijven door buffelen, zelfs als zij hele grote praktijken hebben. De deur achter zich dichttrekken zonder dat er een opvolger als praktijkhouder klaarstaat, is hun eer te na. Ze willen patiënten niet in de steek laten. „Je denkt soms wel: dit moet niet al te lang duren. Daarmee doel ik op hun eigen gezondheid”, zegt bestuurslid Lilian Roelink van Huisartsenzorg Twente in het Algemeen Dagblad.

Hulp voor jonge praktijkhouders
Roelink reageert op nieuwe cijfers die in opdracht van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en Zorgverzekeraars Nederland door het bureau Vektis op een rij zijn gezet. Hieruit blijkt dat Friesland het meest vergrijsde huisartsenbestand kent. 10,6 procent van de praktijkhouders daar bereikt dit jaar al de pensioengerechtigde leeftijd. In de regio Zwolle is dat 9,7 procent. Twente komt op plek drie met 9,3 procent. Het landelijk gemiddelde is 7,4 procent.

Roelink maakt zich zorgen over de situatie in Twente. „Van de regio Almelo weet ik dat zo’n tien collega’s komend jaar willen stoppen. Op een totaal van honderd. Dat betekent dat ze nu al moeten rondkijken.” Als jonge artsen hulp willen bij het overnemen van een praktijk, dan bieden regionale huisartsenorganisaties dat aan, benadrukt Roelink. Dat is in het recente verleden ook al gebeurd.

Spreekuur in achterstandswijken zit eerder vol
Over heel Nederland gezien, is het aantal huisartsen de afgelopen jaren afgenomen. Het aantal patiënten per praktijk nam juist toe. Gemiddeld telt een huisartsenpraktijk 3593 patiënten. Twente zit daar met 3485 iets onder, de Achterhoek ook met 3517 patiënten. Maar dit soort getallen zeggen Lilian Roelink niet zo veel.
„Wat voor type patiënten heb je? De zorgvraag loopt sterk uiteen. In de stad gaan mensen vaker naar de huisarts dan in het dorp. In Twente zien wij dat huisartsen in Enschede, Hengelo en Almelo minder patiënten hebben. In een stad als Enschede met behoorlijk wat achterstandswijken met een grotere vraag naar zorg, zitten de spreekuren eerder vol.”

Twentenaren en Achterhoekers gaan jaarlijks gemiddeld ruim vier keer naar de dokter. Dat komt overeen met het landelijk gemiddelde. Koploper is Zuid-Limburg waar inwoners vijf tot zes keer per jaar een dokter zien.