Nieuws

Interview: ‘Juist nu is preventie belangrijker dan ooit’

INTERVIEW

Door Edgar Kruize

Onno van Schayck

‘Juist nu is preventie belangrijker dan ooit’

 

In maart maakte de Rijksoverheid bekend dat

COVID-19 in Nederland in de endemische fase beland is. Een fase waarin COVID-19 ‘niet meer tot grote maatschappelijke en economische problemen leidt’, maar tegelijk zeker nog wel een fase waarin het coronavirus rond blijft gaan onder de bevolking. Hoe hiermee om te gaan? Preventie zou juist nu aandacht moeten krijgen, zo betoogt Prof. Dr. Onno C.P. van Schayck, hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit Maastricht.

Begin 2022 is Nederland weer ‘open’ gegaan na de coronacrisis die in 2020 aanving. In maart van dit jaar zijn de laatste specifieke corona-adviezen officieel komen te vervallen, met de oproep aan mensen die zich niet goed voelen of verschijnselen vertonen ‘hun gezond verstand’ te gebruiken en dus afstand te houden, thuis te blijven en alle andere bekende regels.  Het zijn maatregelen die – indien een patiënt zich daaraan houdt – bijdragen aan het niet verder verspreiden van het virus. Terwijl er eigenlijk amper aandacht is gegeven aan het voorkomen van een ernstig verloop. Dat is een gemiste kans, zo stelt hoogleraar preventieve geneeskunde Onno van Schayck.

“Een kans die eigenlijk al voorafgaand en tijdens de piek van de pandemie aangegrepen had moeten worden. Want als we kijken naar de patiënten die de grootste risico’s lopen op een ernstig ziekteverloop, dan is te constateren dat bijvoorbeeld rokers of mensen met een hoog BMI tot die risicogroepen behoren. Er is vrij weinig gedaan om juist die groepen mensen tot een verandering van leefstijl aan te zetten. Je zou kunnen stellen dat een aantal van de genomen coronamaatregelen zelfs contraproductief hebben gewerkt.” 

Fysieke en mentale gezondheid

Van Schayck stelt dat er tijdens de crisis enkele evidente fouten zijn gemaakt. “Het maken van beslissingen is regelmatig vergeleken met varen in de mist. Toch zijn er beslissingen genomen die niet uit te leggen zijn. Juist op het moment dat mensen niet naar hun werk kunnen of aan het openbare leven kunnen deelnemen, is het belangrijk dat ze in beweging blijven. Waarom mochten mensen dus ook niet meer buiten sporten? Het heeft ertoe geleid dat mensen op de bank bleven zitten, onrustig werden, meer gingen eten, meer gingen roken. Dat heeft niet alleen effect gehad op het verloop van een eventuele SARS-CoV-2-infectie, maar ook op de algehele volksgezondheid. Beweging is zowel voor het afweersysteem als voor de mentale gezondheid van groot belang, maar nauwelijks een factor geweest die is meegewogen in de genomen beslissingen.”

Belang van beweging

De coronaperiode heeft derhalve dus ook een rem getrokken op de voortgang van het in 2018 gepresenteerde Nationaal Preventieakkoord, waarin afspraken staan om Nederlanders gezonder te maken door het terugdringen van overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik. Van Schayck heeft tijdens de ontwikkeling als wetenschappelijk adviseur toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Paul Blokhuis met raad en daad op het gebied van preventie bijgestaan.

“Het is begrijpelijk dat de focus elders lag, maar tegelijk ook zonde dat juist een gezondheidscrisis niet is aangegrepen om de bevolking te wijzen op het belang van beweging, op het nut van stoppen met roken en op alle andere leefstijlveranderingen die de gezondheid bevorderen. Juist omdat er aantoonbaar meer mensen met een hoog BMI of met door roken aangetaste longen in het ziekenhuis belandden. Hier had meer focus moeten liggen op ‘hoe kunnen we mensen helpen gezonder te blijven’ en daardoor een ernstiger verloop te voorkomen. Nu we in de endemische fase zijn beland, zou je kunnen constateren dat we niets van de pandemie geleerd hebben. Mensen konden niet wachten om exact het leven dat ze daarvoor leidden weer op te pakken en in feite zijn we wat betreft de voortgang van de afspraken vanuit het Nationaal Preventieakkoord weer terug bij af.”

Gezonde leefstijl stimuleren

Corona is echter nog niet weg en een nieuwe pandemie – of dat nu een zoönose is of iets anders – is onvermijdelijk. Van Schayck stelt derhalve dat het goed is om daar als land op voorbereid te zijn. “Dus juist nu is preventie belangrijker dan ooit. Laat de overheid daar dan op acteren en een meer gezonde levensstijl stimuleren. Kom maar door met die suikertaks, schaf de BTW af op groente en fruit, wijs de bevolking op de gevaren van een te hoog BMI, van roken of van een anderszins ongezonde leefstijl. Hoe logisch kan het zijn, vraag je jezelf soms af. Ik heb gesproken met meerdere leden van het OMT, iedereen is het erover eens dat een volgende pandemie vroeg of laat komt. Het is alleen nog de vraag wanneer. Dan vind ik het ieders plicht om ervoor te zorgen dat we ons hiertegen wapenen en de bevolking er klaar voor is.”

Leefstijl in de eerstelijn

De eerstelijnszorg is bij uitstek het platform waarlangs dat zou moeten gebeuren, zo stelt Van Schayck. Al is de aandacht voor preventie in de eerstelijn nog niet zo groot. “Dat vind ik enorm jammer. Ik geef regelmatig nascholingen en als het dan bijvoorbeeld gaat over een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI), dan zeggen huisartsen nog vaak ‘het is zo lastig om gedrag van patiënten te veranderen’. Hetzelfde geldt bij het helpen met stoppen met roken. Terwijl zowel de GLI als het stoppen met roken vergoed worden."

Er is werkelijk geen enkele reden om dit dus als huisarts niet op te pakken, zo stelt hij. “Waarbij het juist de autoriteit van de huisarts is die een patiënt over de drempel kan helpen om daadwerkelijk stappen te nemen. De POH kan hierop voortborduren, omdat deze de chronische patiënten ziet die veel baat hebben bij een leefstijlverandering. Ik hoor nog regelmatig van huisartsen dat zij het moeilijk vinden om het gesprek aan te gaan met een patiënt. Ze willen hun relatie met zo’n patiënt niet verstoren of denken dat het veel tijd kost. Terwijl men met een zogenaamd ‘Very Brief Advice’ een niet-confronterende methode ter beschikking hebben die op een laagdrempelige en patiëntvriendelijke manier juist dat duwtje de goede kant op kan zijn.”

Ziektelastmeter

Daarnaast is recent de zogenaamde ‘Ziektelastmeter’ geïntroduceerd, een instrument dat juist bij mensen met een chronische aandoening dat zetje zou kunnen zijn. “Op dit moment is deze voor patiënten met diabetes, astma, COPD of hartfalen beschikbaar, maar deze wordt doorontwikkeld voor patiënten met COVID-19, artrose en hoogrisico voor hart- en vaatziekten. Men kan in slechts enkele minuten een vragenlijst invullen in de wachtkamer over hoe zij hun ziektelast ervaren en waar ze graag verbetering zouden willen zien. Dat laatste is namelijk voor elke patiënt anders. In de spreekkamer worden de resultaten getoond op basis van ballonnetjes. Groene ballonnetjes tonen waar het goed gaat, oranje waar het minder gaat en rode waar het slecht gaat. Op basis van de wensen van de patiënt kunnen de rode ballonnen stuk voor stuk worden aangepakt. Door hierop te klikken, verschijnen adviezen die zijn gebaseerd op NHG-richtlijnen. Dit hulpmiddel geeft de eerstelijnsprofessionals op laagdrempelige wijze de mogelijkheid om over die klachten te praten met een patiënt waar deze het meeste last van heeft en daarom gemotiveerd is om aan te gaan werken door verandering in leefstijl. Door deze meter bij vervolgconsulten in te zetten, is de voortgang duidelijk inzichtelijk en worden chronische patiënten geholpen om een gezondere leefstijl na te streven. Het is een eenvoudig en toegankelijk instrument, dat goed werkt. Ik hoop dat het innovaties als deze zijn die ervoor zorgen dat er in de eerstelijn meer aandacht voor preventie en leefstijlgeneeskunde komt. Met alle problemen die er op de zorg afkomen, is preventie gewoonweg essentieel om de druk ook in de toekomst aan te kunnen. En in het geval van een toekomstige pandemie of een eventuele opleving van COVID-19 is de populatie hierdoor beter gewapend tegen een ernstig verloop.”  

ADDITIONEEL KADER:

Preventie met vaccinaties en antivirale middelen

Nu COVID-19 de endemische fase in is gegaan, beginnen zich ook de langdurige symptomen af te tekenen en zijn er aanwijzingen dat mensen die één of meerdere besmettingen hebben doorgemaakt een grotere kans lijken te lopen op stollingen, een hartinfarct of chronische overprikkeling. Het gezond houden van de bevolking is met het oog op voorkoming van langdurige schade dus nog altijd essentieel, zoals Onno van Schayck ook al betoogt.

De eerstelijn gaat een belangrijke rol spelen. Kwetsbare patiënten zullen ook in de toekomst risico lopen om ernstig ziek te worden door SARS-CoV-2. Dat betekent niet alleen dat een huisarts een meer gezonde leefstijl moet stimuleren, maar ook dat deze de meest kwetsbare mensen in de populatie goed in kaart moet hebben, om ze te beschermen met behulp van vaccinaties (beide tegen influenza en COVID-19) en het mogelijk inzetten van (nieuwe) geneesmiddelen tegen SARS-CoV-2.

Sinds november vorig jaar zit de nieuwe antivirale behandeling in het basispakket van de zorgverzekering voor ‘mensen met een sterk verminderde afweer en voor mensen zonder antistoffen tegen corona die tegelijkertijd een verhoogd risico hebben door andere aspecten van hun gezondheid.’ Deze COVID-19 behandeling is preventief te gebruiken om ervoor te zorgen dat volwassen patiënten met een SARS-CoV-2-infectie die geen aanvullende zuurstof nodig hebben, wel beschermd zijn tegen een ernstiger ziekteverloop. Dat dit medicijn voorhanden is, is nog niet bij alle huisartsen bekend.

Toch is het goed om voorbereid en op de hoogte te zijn. Want hoe het virus zich ontwikkelt of hoe de immuniteit van mensen zich houdt, is niet te voorspellen. Inzet op preventie door leefstijl, vaccinatie en antivirale behandeling van COVID-19 blijven in de toekomst van belang om te voorkomen dat patiënten ernstig ziek worden en mogelijk langdurige klachten ontwikkelen na een infectie.

Streamers:

‘Nu we in de endemische fase zijn beland, zou je kunnen constateren dat we niets van de pandemie geleerd hebben’

 

‘Iedereen is het erover eens dat een volgende pandemie vroeg of laat komt. Het is

alleen nog de vraag wanneer’

 

‘Met alle problemen die er op de zorg afkomen, is preventie gewoonweg essentieel om de druk ook in de toekomst aan te kunnen’