Nieuws

De Landelijke huisartsenvereniging moet een huisarts als voorzitter hebben (?)

(HuisartsVandaag) Morgen moet de Landelijke Ledenraad van de LHV na het vertrek per 1 maart van Mirjam van ’t Veld een besluit nemen over het profiel voor een nieuwe voorzitter. Bart Meijman van Dappere Dokters en het Roer Moet Om en collega Toosje Valkenburg hebben een duidelijke mening over wie voorzitter moet worden van de Landelijke Vereniging van Huisartsen: een huisarts, zo schrijven zij op het ledenforum van de LHV.
Hieronder de integrale tekst van hun pleidooi.

De Landelijke huisartsenvereniging moet een huisarts als voorzitter hebben
‘Ruim twee jaar geleden hebben we op dit forum de discussie gehad wie nou eigenlijk het (bestuurlijk) gezicht van de huisartsen moet zijn in Nederland. Helaas is toen voor de zoveelste keer besloten om te kiezen voor een zogenaamd “door de wol geverfde politieke lobbyist/ex-politicus” in plaats van een huisarts die de identiteit van ons vak tot in de vezels vertegenwoordigt en tegelijkertijd bestuurlijk vaardig is.’

‘Wij stellen dat allereerst de leden van de vereniging direct betrokken moeten worden bij de keuze of onze voorzitter een huisarts moet zijn of niet. Wij roepen de ledenraad op zich uit te spreken voor een snelle ledenraadpleging over het belangrijkste onderdeel van het op te maken profiel: Willen de leden een huisarts als boegbeeld en voorzitter of niet? Er wordt teveel waarde gehecht aan de effectiviteit en de capaciteiten van een zogenaamde lobbyist of ex-politicus. Er gaat geen verbindende werking uit van een bestuurder die nu voor de huisartsen werkt maar net zo makkelijk een aantal jaren later bijvoorbeeld voor de RAI werkt of een periode voorzitter van de raad van bestuur van een ziekenhuis is en dan weer doorstroomt naar iets anders. Te weinig wordt gerealiseerd dat deze lobbyisten zaken doen met andere politieke lobbyisten/ex-politici die weer bij andere organisaties in de zorg een (tijdelijke) betrekking gevonden hebben. En ze weten dat ze elkaar in dit “old boys network” weer in een andere werksituatie tegen zullen komen hetgeen op z’n minst
onbewust invloed moet hebben op hun onderlinge relatie.’

‘Wat zij in ieder geval missen is het huisartsenbloed dat door de aders stroomt. Een boegbeeld voor de huisartsgeneeskunde moet staan voor het weten wat het zijn van huisarts betekent. En niet voor een periode van 4 jaar of met verlenging van de bestuurstermijn voor 8 jaar maar levenslang. Een persoon die in alle omstandigheden geloofwaardig vanuit het perspectief van een huisarts en de patiënt denkt en praat in plaats van de ingehuurde bestuursprofessional die gesouffleerd door huisartsen uit moet leggen wat de problemen en oplossingen zijn. Visie uitdragen op de huisartsenzorg moet worden gevoed door zowel de dagelijkse praktijk in de spreekkamer als door een meer dan gemiddelde belangstelling voor de context waarbinnen de huisartsenzorg zich beweegt.’

‘Het is ongezond en ongeloofwaardig dat de twee belangrijkste personen van de vereniging, de voorzitter en de directeur, die ruim 10.000 huisartsen vertegenwoordigen geen huisarts zijn. Dit moet veranderen en het kan ook veranderen. Natuurlijk is het verstandig om een ervaren buitenstaander te coöpteren om de huisartsenvoorzitter te ondersteunen. Het selectieproces bij de keuze van de net “in goed overleg teruggetreden” laatste voorzitter van de LHV laat zien hoe er een
miskleun gemaakt is. En niet omdat er toen geen capabele huisartskandidaten gesolliciteerd hebben!‘

‘Het moet nu anders! Wat voorkomen moet worden is dat de hele benoeming van de nieuwe voorzitter van de LHV teveel associaties oproept met het Volkscongres dat momenteel in China plaatsvindt en waarbij een aantal partijbonzen de nieuwe voorzitter aanstellen. Er is geen tijd te verliezen, een nieuwe (huisartsen)voorzitter is heel hard nodig. Geef de leden direct de mogelijkheid zich uit te spreken.’

Lees meer