ABN AMRO scan huisartsenzorg: ‘Toegankelijkheid en kwaliteit huisartsenzorg zal steeds meer onder druk komen te staan’
(HuisartsVandaag) Het aantal Nederlandse huisartspraktijken dat geen patiënten meer aanneemt is in de laatste vijf jaar gestegen van 48 naar 60 procent, terwijl de vraag naar huisartsenzorg alleen maar toeneemt: door vergrijzing, omdat mensen langer thuis wonen en doordat meer jongeren een beroep doen op de huisarts, zo schrijft ABN AMRO in een nieuwe scan van de Nederlandse huisartsenzorg. Hoewel het aantal waarnemers in de afgelopen twintig jaar met 11 procent is gegroeid en er in 2023 meer opleidingsplaatsen komen voor huisartsen, verpleegkundig specialisten en assistenten, is de druk op de huisartsenpraktijken onverminderd hoog. Zo zijn bijna 2.500 huisartsen (16,5 procent) 60 jaar of ouder, en gaan veel van hen waarschijnlijk tussen nu en vijf jaar stoppen, waardoor praktijkoverdracht een ingewikkeld vraagstuk wordt. Ook is er een tekort aan doktersassistenten. Door deze optelsom van factoren staan de kwaliteit en toegankelijkheid van de huisartsenzorg onder druk, zo concludeert ABN AMRO in het rapport ‘De huisartsenmarkt in beeld’.
Huisarts heeft per consult slechts 11 minuten voor patiënt
Om de kwaliteit van de zorg te waarborgen, is meer tijd voor de patiënt nodig en zouden huisartsen minder tijd kwijt moeten zijn aan administratieve verplichtingen, zo analyseert de bank de huidige huisartsenzorg. ‘Hierdoor neemt een consult met een patiënt nu gemiddeld 11 minuten in beslag. Uit onderzoek blijkt echter dat een patiënt minstens een kwartier aandacht van de huisarts nodig heeft. Daarnaast staat de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg onder druk.
Dit veroorzaakt wachttijden en knelpunten bij het in behandeling nemen van complexe zorgvragen. Hierdoor blijven huisartsen lang verantwoordelijk voor mensen met een GGZ-zorgvraag.’ Bovendien verwacht ABN AMRO dat steeds meer mensen voor complexe zorgvragen een beroep doen op de eerstelijnszorg, door vergrijzing en doordat mensen langer thuis wonen. Eerstelijnszorg is vaak kleinschalig ingericht en veel zorgverleners werken zelfstandig waardoor versnippering ontstaat.
Samenwerking, innovatie en digitalisering cruciaal voor toegankelijke en betaalbare zorg
Eind januari is het Integraal Zorgakkoord (IZA) ook ondertekend door de Landelijke Huisartsenvereniging. Dit akkoord tussen 14 partijen met afspraken over de toekomst van de zorg is volgens ABN AMRO een eerste stap om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de huisartsenzorg op termijn te kunnen waarborgen. “Het is cruciaal dat de regeldruk vanuit de overheid vermindert. Zo worden huisartsen ontlast en is er meer aandacht voor de patiënt. De huisarts zal echter ook zélf moeten innoveren, zodat er meer tijd voor de patiënt beschikbaar komt. Ook moeten regio’s en zorgdomeinen volgens de bank intensiever samenwerken.
Zo kunnen de huisartsenzorg, GGZ, ziekenhuizen, wijkverpleging en gemeenten versnippering in de zorg en wachttijden in de GGZ verminderen. Per regio dienen plannen te worden opgesteld, waarin aspecten als gezondheid, leefstijl, preventie, toegankelijkheid, betaalbaarheid en het bieden van passende zorg een belangrijke plaats krijgen”, zegt Maarten den Heijer, sectorspecialist Medische Beroepen van ABN AMRO. “Daarnaast kan digitalisering een cruciale rol spelen om deze transformatie mogelijk te maken, onder meer door het uitwisselen van informatie via het Elektronisch Patiëntendossier en door zorgverlening op afstand.”