Anton Maes over de beslommeringen op de zorgmarkt
(HuisartsVandaag) Anton Maes blikte in de eerste week van het nieuwe jaar terug op het vele medianieuws over de ontwikkelingen en perikelen van de zorgsector waarmee hij rond de jaarwisseling werd geconfronteerd. In zijn nieuwste blog vat hij dat nieuws op een puntige wijze samen en verbindt daar op zijn kenmerkende wijze zijn commentaar aan toe.
Tweedeling door budgetpolissen
‘Méér beperkende voorwaarden bij budgetpolissen met tegelijkertijd een afname van het aantal restitutiepolissen betekent een directe aanval op de keuzevrijheid voor de burger van de zorgverlener. Er zijn bij een budgetpolis minder zorgverleners gecontracteerd, dus de keus is minder. Als daarnaast nu al grote wachtlijsten bestaan met gedoogsteun van de toezichthouder en daarbij min of meer de Treeknorm wordt losgelaten komt voor budgetpolishouders het zorgaanbod 2023 nog meer onder druk te staan. Zelfs de toezichthouder waarschuwt inmiddels:
“De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) maakt zich zorgen over de solidariteit op de zorgverzekeringsmarkt. We zien dat zorgverzekeraars steeds meer goedkopere polissen met beperkende voorwaarden aanbieden (budgetpolissen), aan vooral jonge en gezonde verzekerden. Dit kan duiden op een tweedeling tussen polissen voor jonge en gezonde verzekerden en polissen voor mensen die meer zorg nodig hebben. Hierdoor komt de risicosolidariteit, één van de pijlers onder het zorgstelsel, onder druk te staan. Zorgverzekeraars presenteren de goedkopere budgetpolissen vooral als een interessante optie voor jonge en gezonde verzekerden. De kans bestaat dat er door dit gedrag een tweedeling ontstaat tussen polissen voor jonge en gezonde verzekerden en polissen voor mensen die meer zorg nodig hebben.”
Lauwe reactie ministerie
Zorgverleners zónder contract worden nog steeds met de vinger nagewezen. Ondanks een batterij aan rechtszaken en een recent besluit van de Hoge Raad dat een generiek kortingspercentage (van bijvoorbeeld 25%) op het tarief bij in ieder geval de duurdere en/of duurste vormen van zorg alsnog voor de burger een hinderpaal kan opleveren en dit gebruik volgens het Hof (dus) “niet fijnmazig genoeg” is, blijft de situatie bij niet-gecontracteerde zorg instabiel en onzeker. Want waarom grijpt een toezichthouder of overheid niet in, met een door hen opgelegd vergoedingspercentage bij niet gecontracteerde zorg. Vooralsnog valt vooral de lauwe reactie op vanuit het ministerie op deze uitspraak van de Hoge Raad (VWS, 30 december 2022).
Wat ook nog niet goed werkt, binnen de risicoverevening, is het wegnemen van verschillen in de winstgevendheid tussen ongezonde en gezonde verzekerden. Dit leidt voor zorgverzekeraars tot oneigenlijke winsten en verliezen, zoals ondercompensatie voor kosten van chronische ziekten.
Het nu gangbare extra ophogen van je vrijwillig eigen risico is ook in strijd met het solidariteitsprincipe van het zorgstelsel. Rijk kan het wel, arm kan het niet, is voor hen te risicovol. Gezond kan het wel, chronisch ziek kan het niet.
De zorginkoopmarkt
Op de zorginkoopmarkt was te lezen dat de Nederlandse gezondheidszorg door inflatie minstens 800 miljoen euro tekortkomt in 2022. De kosten stijgen met ruim 1,8 miljard euro, zo blijkt uit berekeningen die de verschillende sectoren eind 2022 hebben gepubliceerd (ziekenhuiszorg, ouderenzorg, revalidatiezorg). Voor 2023 dreigen mogelijk nog grotere kostenstijgingen als cao’s worden aangepast of aflopen en nieuwe energiecontracten moeten worden afgesloten. Is het niet de plicht/missie van brancheorganisaties de eigen leden te waarschuwen voor de gevaren en financiële valkuilen en daarbij de contracten te oormerken als hun enige middel dit bijtijds te corrigeren?
De Autoriteit Consument & Markt is inmiddels onderzoeken gestart naar beïnvloeding door deze brancheorganisaties van de individuele onderhandelingen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars voor volgend jaar. De ACM zou signalen hebben gekregen dat brancheorganisaties van zorgaanbieders sturende informatie aan hun leden geven. De signalen suggereren dat brancheorganisaties van zorgaanbieders bijvoorbeeld ‘adviseren’ om een bepaald prijsstijgingspercentage in de onderhandelingen met de zorgverzekeraars te hanteren. Mij lijkt dat, mits onderbouwd, een heel noodzakelijk advies van een brancheorganisatie, maar mogelijk ziet de ACM dit anders.
Opmerkelijk nieuws was er ook over besluitvorming bij recent een dreigend faillissement van een ziekenhuis. Zowel de NZa als het Waarborgfonds voor de Zorgsector zagen voor zichzelf geen rol hier het tij te keren. NZa: “Wanneer we zien dat de zorgverzekeraar zijn rol niet goed oppakt, zullen wij een rol gaan spelen.” Dit riep bij mij herinneringen op aan de situatie in Slotervaart en IJsselmeerziekenhuis, toen op het cruciale moment ook de knopen werden doorgehakt door een verzekeraar, banken en een consultant. De rest had het nakijken.
Ontslag medewerkers huisartsenpraktijk in Zwolle
Het meest opvallende bericht op de zorgverleningsmarkt was vorige week dat twintig medewerkers van een huisartsenpraktijk in Zwolle per 1 januari ontslag nemen, omdat zij ontevreden zijn over de werksituatie onder een nieuwe commerciële eigenaar. Hierdoor verkeren bij de start van het nieuwe jaar 4600 patiënten in onzekerheid. Al meerdere keren gewaarschuwd voor deze trend, inclusief een melding bij de ACM, maar vooralsnog (hier) worden hun inspanningen gewoon gedoogd.