‘Huisartspraktijk is een vraagbaak geworden voor heel veel vragen die daar niet thuishoren’
Van alle patiënten die de praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ) in de huisartspraktijk ziet, heeft slechts 30% een psychisch probleem. De overige 70% van de patiënten hoort thuis in het sociale domein. De praktijkondersteuners GGZ in de regio Amsterdam geven hiermee een alarmerend signaal af. Het gevolg is volgens de praktijkondersteuners een almaar groeiende wachtlijst bij de POH-GGZ en de GGZ waardoor er verminderde aandacht is voor patiënten die de zorg écht nodig hebben. De POH-GGZ signaleert een breder maatschappelijk probleem: patiënten zijn het sociaal vangnet vergeten in een geïndividualiseerde maatschappij. De patiënt lijkt voorbij te gaan aan het eigen sociale netwerk. Praktijkondersteuners GGZ roepen daarom om interventie van de overheid, zo schrijven zij in het persbericht over hun ervaringen.
Praktijkondersteuner GGZ Saskia Sielias: “De huisartsenpraktijk lijkt ten onder te gaan aan haar eigen succes. ‘Nee’ zeggen tegen een hulpvraag is voor mensen in de zorg erg lastig. Maar door alle hulpvragen te willen oplossen, wordt het systeem in stand gehouden en gaat het mis. Een systeem waarin de huisartspraktijk de vraagbaak is geworden voor alle mogelijke vragen, waarvan het overgrote deel daar niet thuishoort. Door die ‘onechte’ zorgvraag loopt het systeem krakend vast. De overheid heeft hier een rol in te pakken. Ook zouden patiënten veel meer een beroep moeten doen op hun meest basale vangnet: hun eigen sociale netwerk. Het lijkt alsof we zijn vergeten dat een moeder of vader, buur, collega of vriendin ook goede raad heeft, zo niet ervaring. Voor het merendeel van de vragen heb je een POH of POH-GGZ niet nodig.“
Sneeuwbaleffect
De situatie binnen de GGZ is volgens de praktijkondersteuners verontrustend. ‘De POH-GGZ is in het leven geroepen als poortwachter voor de GGZ. Wachttijden lopen op tot wel drie maanden. Bij een doorverwijzing van de POH-GGZ naar de GGZ is direct hulp noodzakelijk, maar dan bedraagt de wachttijd aldaar nog eens een half jaar. In die maanden blijft de patiënt de verantwoordelijkheid van de huisarts en de POH-GGZ. Terwijl de spreekkamer van de POH-GGZ volstroomt met nieuwe patiënten – waarvan het merendeel met een sociaal probleem – moet er ook ruimte blijven voor de GGZ-patiënt.’
Bron: HuisartsVandaag