Waarneemtarieven zijn dit jaar weer flink gestegen, woekerprijzen van 150 euro
De landelijk gemiddelde uurtarieven die in 2022 worden betaald voor een nachtdienst (105,78 euro), avonddienst (93,31 euro) en een weekenddienst (94,60 euro) zijn sinds vorig jaar wederom gestegen, zo blijkt uit de jaarlijkse peiling van de Tarievenmonitor van Waarneembemiddeling.nl onder 713 huisartsen en waarnemers.
Betaalde of ontving men bijvoorbeeld voor een nachtdienst in 2021 nog 99,48 euro, was dat in 2022 ruim 6 euro meer (6,30 euro om precies te zijn), namelijk 105,78 euro. In 2020 was dit tarief gemiddeld 96,19 euro. In twee jaar tijd een stijging van bijna 10 euro.
Gaan we verder terug in de tijd dan zien we dat er in 2013 door slechts 11,2 procent van de respondenten 90 euro of meer voor een nachtdienst werd ingevuld. En het grootste deel (26,6 procent) noemde toen nog een tarief voor een nachtdienst tussen de 81 en 85 euro. De trendlijn van tarieven voor nachtdiensten vanaf 2013 tot 2022 laat een stijgende lijn zien. In 2019 gaven meer dan de helft van alle respondenten (59,3 procent) een tarief voor een nachtdienst aan van meer dan 90 euro. In 2022 noemt nog maar 3,4 procent van de huisartsen een lager tarief dan 91 euro noemt.
Nachtdienst duurste in Zuid-Holland
Tussen de provincies blijven verschillen bestaan in de betaalde waarneemtarieven. In 2022 hanteert 34,6 procent van de deelnemende huisartsen in Nederland een uurtarief boven 105 euro voor een nachtdienst. En 17,4 procent geeft een tarief door tussen de 101 en 105 euro. In Zuid-Holland noemt 36,4 procent van de respondenten een tarief hoger dan 110 euro. In Limburg en Drenthe worden deze hogere tarieven minder vaak gevraagd. Respondenten uit Flevoland en Zeeland noemen dit tarief helemaal niet.
Bij de avonddiensten rekent 32 procent van de respondenten in Zuid-Holland een tarief boven de 100 euro. De provincie Zuid-Holland heeft landelijk gezien het hoogste percentage van de respondenten die dit hogere tarief rekenen. In Friesland, Overijssel en Noord-Brabant ligt dit percentage rond de 10 procent van de respondenten.
Bron: HuisartsVandaag